Een bredere kijk op conflict
We leven in heftige tijden. De polycrisssen zorgen voor veel onrust, uitbraken van agressie en polarisatie. Veel mensen kijken niet meer naar het nieuws of doseren hun portie dagelijkse consumptie van ellende.
We leven in een maatschappij waar we conflicten bij wijze van entertainment voorgeschoteld krijgen. Hiermee worden we afgeleid van de werkelijke thema’s die ons verdelen en waar we wakker van zouden moeten liggen (o.a. klimaatopwarming; maatschappelijke ongelijkheid; oorlogen). Tot het conflict in ons eigen leven opduikt…
Conflict en trauma zijn aanwezig op veel lagen. Wat we in het nieuws zien, gebeurt ook in families, gemeenschappen en organisaties. Het is niet abnormaal dat er momenteel zoveel conflicten uitbarsten; de spanningen hebben zich lange tijd opgebouwd in de onderstroom, als een tikkende tijdbom.
Je kunt conflict dus ook als een ‘natuurlijk’ fenomeen zien; een signaal dat aangeeft dat er iets moet veranderen. Herkennen we deze signalen en zijn we bereid de issues onder ogen te zien en er iets uit te leren? Of blijven we dezelfde conflicten, crisissen en oorlogen herhalen?
“On a societal level, conflict is teaching us a lesson we have not yet figured out how to learn.
That sometimes we would do better to allow crises to destabilize us, to accept them and listen to them more, or at the very least not resist them so fervently. (…)
When we find ourselves in conflict, we fight against it in the name of maintaining some flimsy version of control over the situation.
We do everything we can to protect ourselves, to identify and defend against the other side that has solidified around our disagreements.
We fight until we feel sufficiently right, or good, or until we have exhausted the other, or we run to find the nearest exit.
But what seems to be true is that conflict does not disappear just because we want it to or because we hide it away.
When we choose not to deal with it, it can remain alive in our relationships and societies, an acidifying, molten undercurrent waiting to erupt.”
Conflict en reactiviteit
In conflicten reageren we defensief, omdat we ons bedreigd voelen. We zitten vast in oude verhalen en waarheden die ons zelfbeeld en grote gelijk moeten beschermen. In conflict worden overlevingsinstincten geactiveerd.
We vervallen in verwijten en wijzen naar de ander in plaats van naar onszelf te kijken. We oordelen en veroordelen in plaats van nieuwsgierig te onderzoeken. Soms proberen we anderen de pijn te laten voelen die we zelf ervaren. We beschamen anderen, waardoor verandering onmogelijk wordt.
Conflictpartijen denken binair: gelijk-ongelijk, waar-vals, zwart-wit, goed-slecht. Dit kan alleen maar tot verdere polarisatie leiden…
Vanuit onrust en vrees trekken we een pantser aan. We slepen vaak oude angsten mee uit het verleden die we niet eens meer voelen of herkennen. Die gevoelens stoppen we veilig weg, omdat we ons anders klein en kwetsbaar voelen.
Conflicten escaleren omdat dit pantser en deze angsten ons beletten om onze waarheid te spreken. Het schild van de ander geeft ook aan dat het niet veilig is om ons open te stellen, dus dat doen we zeker niet. Zo raken we steeds meer geïsoleerd en verder verwijderd van elkaar. In dit proces raak je ook vervreemd van jezelf.
Hoe heftiger je reactie, hoe meer je vanuit resten uit het verleden reageert. Het verleden overschaduwt situaties in het heden en de reactie is buiten proportie.
“Conflict sticks around until we get it.
And when we do, it offers us an opportunity. (…)
Inside of every conflict is something that we can use – but most of us never fully realize this, especially when we’re caught up in the heat of discord.”
Wat is er nodig om te helen?
Onder de juiste omstandigheden kunnen conflicten ‘generatief’ zijn: een verandering of transformatie bewerkstelligen. In het beste geval kunnen we er iets uit leren, relaties herstellen en pijn helen.
Helen na moeilijke ervaringen doe je samen, in relatie. Dit vereist voldoende veiligheid en de bereidheid om onze ‘gevaarlijke waarheden’ – die we angstvallig verborgen hebben gehouden – uit te spreken. Het vraagt kwetsbaarheid, erkenning en verantwoordelijkheid om verbroken relaties te herstellen.
Dit vraagt ook iets van je op persoonlijk vlak. Wanneer je in staat bent om vanuit een gereguleerd lichaam, niet defensief, te luisteren naar de ander, dan wordt er iets mogelijk. Als je durft te voelen wat er te voelen is, kan je onderzoeken wat je probeert te beschermen. Gezien of gehoord worden? Serieus genomen worden? Erbij horen? Gerespecteerd worden? Dan krijg je toegang tot de kwetsuur die geheeld moet worden.
De kernbehoeften die vervuld moeten worden tijdens helingsprocessen zijn volgens Prentis Hemhill: safety, belonging en dignity. Als we dit samen kunnen realiseren, dan is verbinding mogelijk.
Hemphill houdt ons in haar boek een spiegel voor. Wat er tussen mensen speelt, doet zich ook maatschappelijk, politiek en mondiaal voor. Zonder aandacht voor helende processen riskeren we te verglijden in verdere polarisatie, isolatie en vervreemding.
Het is hoog tijd dat traumaheling uit de therapiekamer komt. Of, zoals mijn mentor Thomas Hübl zegt: “We weten vandaag teveel over trauma om hier niets mee te doen in de wereld.”
“When we’re in those heightened states of reactivity, we often need the world to become black-and-white, binary, good and bad, so that we can move and defend decisively.”
“Often the scale of our reaction and how imminently we perceive the threat directly correlate to how much residue we hold from the past and how much or how little healing we’ve done.”
Inspiratie:
What It Takes To Heal, Prentis Hemphill, Cornerstone Press, 2024
Prentis is een afro-amerikaanse psychologe en traumatherapeut die de therapiekamer vaarwel zei. Ze was actief bij Black Lives Matter en verzorgde er sessies traumaheling voor activisten. Een inspirerende vrouw!
(!) Deze column is geschreven zonder AI.
Copyright 2024 © Silvia Prins. Alle rechten voorbehouden. Artikelen of delen hieruit mogen elders gepubliceerd worden, maar alleen op o.v.v. het copyright en de naam van de website. Dank om me hiervan op de hoogte te stellen.
Foto’s: Silvia Prins