De valkuil van ‘helpen’

 

Jean Monbourquette buigt zich in dit boekje over de vraag wat mensen in helpende beroepen drijft. Is de achterliggende motivatie om anderen te helpen een verlangen om oplossingen voor de eigen problemen te vinden? Dat clichébeeld leeft inderdaad over psychologen. Maar het gaat ook over dokters, verpleegkundigen, sociaal werkers, allerlei soorten coaches, bemiddelaars, therapeuten. Iedereen die met mensen werkt geeft, helpt, redt.

Anderzijds zijn er ook mensen die halsstarrig weigeren om geholpen te worden. Meestal onbewust zijn ze op zoek naar wat men ‘secundaire ziektewinst’ noemt: de voordelen van het ziek of gekwetst zijn. Mensen met zelfmedelijden, die aandacht nodig hebben en in de slachtofferrol terechtkomen.

Interessante uitgangspunten voor dit boeiende boekje. De stelling van Monbourquette is dat iemand in een helpend beroep eerst zijn eigen wonden moet leren helen, vooraleer hij die van anderen kan helen.

 

Het archetype van de ‘wounded healer’

 

Monbourquette inspireert zich op de leer van de archetypes en de psychologie van Carl Gustav Jung. Elk archetype vertegenwoordigt een missie. Die van het archetype ‘de gewonde heler’ is mensen helpen en beter maken.

Aan elk archetype zitten twee kanten: een bewuste en een onbewuste (de schaduw). De onbewuste pool van de heler is zijn eigen kwetsuur. De onderdrukte pool van de cliënt is zijn eigen innerlijke heler.

In de helpende relatie zitten er twee partijen, elk met hun schaduw, tegenover elkaar. Er kan dan een fascinerend spel ontstaan.

De persoon in de positie van cliënt die geholpen wordt, projecteert zijn innerlijke heler op de helper. Die moet hem helpen, moet alles weten en zorgen dat hij beter wordt (overdracht). Hij geeft zijn persoonlijke kracht weg. De cliënt komt in de passieve rol van slachtoffer terecht. Typische uitspraken:

  • Help me!
  • Ik weet het niet/kan het niet!
  • Zeg me wat ik moet doen!
  • Hoe moet ik het oplossen?

Voor de persoon op de stoel van de helper is het soms gemakkelijker om zijn pijn en kwetsuren op de ander te projecteren. Hij wordt verleid om de rol van ‘redder’ op te nemen (tegenoverdracht), stelt zich superieur op en komt in de almacht terecht. Herken je  deze (onuitgesproken) uitgangspunten?

  • Ik zal het wel voor jou doen
  • Ik weet wat er mis is met jou
  • Ik zal al je problemen oplossen
  • Ik wilde alleen maar helpen (na opgepast advies)

 

Het belang van persoonlijke ontwikkeling

 

Voor mensen in helpende beroepen is persoonlijke ontwikkeling dus cruciaal: je kwetsuur kennen, persoonlijke patronen in relaties ontdekken, je schaduw onder ogen zien en integreren en je neurotische mechanismen (oude overlevingspatronen!) zoveel mogelijk helen.

Monbourquette waarschuwt dat wanneer je in je opleiding niet de moed hebt om naar jezelf te kijken, je anderen veel schade kunt berokkenen. Contact met je kwetsuren maakt je nederig, veerkrachtig en in staat tot compassie.

 

Enkele vragen ter reflectie: voorkom burn-out!

In het boekje vind je heel wat vragen die uitnodigen tot reflectie. Ik citeer er enkele.

  • Bij welk soort mensen valt het je moeilijk om empathie op te brengen en ze te aanvaarden zoals ze zijn en weet je hoe dat komt?
  • Help je wel eens iemand zonder dat er een duidelijke hulpvraag wordt gesteld?
  • Vind je het moeilijk om grenzen te stellen aan een helpende relatie?
  • Voel je je uitgebuit op het werk en heb je wel eens het gevoel dat je toewijding niet naar juiste waarde wordt geschat?

Zeer nuttige vragen, zeker als je burn-out of ‘compassion fatigue’ wil voorkomen!!

Een verfrissend perspectief en een aanrader als je een ‘helpend’ beroep hebt!

 

Jean Monbourquette (2009). Le guérisseur blessé. Uitgeverij Novalis.