Burn-out en de link met conflicten op het werk

Al jaren loop ik rond met de hypothese dat heel wat mensen die thuis zitten met een burn-out te maken hebben met een of andere vorm van conflict op de werkvloer. Veel voorbeelden uit mijn dagelijkse praktijk staven dit idee, maar cijfers heb ik niet.

Het valt me ook op dat er gelijkaardige dynamieken spelen bij mensen die te maken krijgen met een burn-out en hoe ze omgaan met stress en conflict.

De volgende externe factoren (“omgevingsdynamiek”) die de stress verhogen, spelen volgens Peter Suijker een mogelijke rol bij het ontstaan van burn-out:

  • te veel of te grote veranderingen op de werkvloer of in het privéleven
  • het functioneren van de leidinggevende: alleen gericht zijn op prestaties van medewerkers en geen aandacht voor ontwikkeling
  • het nieuwe werken (o.a. agile; zelforganisatie)
  • lidmaatschap aan verschillende teams en groepen (o.a. het eigen team, project- en scrumteams)
  • werkdruk en de nood aan een groot aanpassingsvermogen

Daarnaast spelen uiteraard persoonlijke factoren een rol, zoals draagkracht, probleemoplossend vermogen en persoonlijke patronen in het omgaan met stress.

In dat verband spreekt Suijker over een psychodynamiek die een gezonde manier van omgaan met omgevingsstress in de weg zit. De persoon lost bijvoorbeeld zijn problemen op de oude, gekende manier op, waardoor ze telkens terugkomen.

Zo kan het voorkomen dat iemand in een cursus heeft geleerd om zijn grenzen te bewaken en nee te zeggen, maar bij overbelasting weer automatisch terugvalt in oude patronen. De onderliggende dynamieken zijn niet veranderd en in no time valt iemand opnieuw uit…

In deze dynamiek worden onplezierige gevoelens weggeduwd. Een burn-out is dan het gevolg van de energie die verloren is gegaan aan het negeren van de gevoelens die iemand liever niet wilde voelen (bv onmacht, kwaadheid, verdriet, angst).

En dat lijkt sterk op wat er in conflicten gebeurt.

“Iemand weet wel dat het anders zou moeten, maar hij voelt zich in die situatie niet sterk genoeg om dat uit te voeren, alsof er iets onbewust in de weg zit waardoor hij het steeds maar niet voor elkaar krijgt.” (p 14)

Verdriet, angst en woede

Verdriet is relatiepijn. Je ervaart verdriet als je iemand niet kunt bereiken en uit contact bent (conflict!). Ook gepest worden, afgewezen worden door collega’s of beoordeeld worden door je leidinggevende kan verdriet veroorzaken. En soms willen we het verdriet op de werkvloer niet voelen (‘affectfobie’).

Mensen gebruiken hun angst om verdriet te voorkomen. Ze zullen bijvoorbeeld heel vriendelijk en tegemoetkomend zijn om toch maar niet afgewezen te worden. We hebben onze angst dus nodig om het verdriet niet te voelen en te vermijden. De angst zelf maakt ons niet gelukkig…: een paradox.

Woede is vaak het gevold van het niet erkend zijn eerder in het leven. Hierdoor worden mensen kwetsbaar. Als iemand het gevoel heeft dat hij onvoldoende gezien, geapprecieerd of erkend wordt, kan dit tot grote kwaadheid leiden. Boosheid is een uitingsvorm van verdriet.

“Boosheid, van irritatie tot woede, is eigenlijk naar buiten gericht verdriet en laat zich vooral verklaren door een gemis aan erkenning door de ander. Het wachten op die externe erkenning maakt iemand echter heel afhankelijk.” (p 27)

Beschermingsmechanismen

Uit angst ontwikkelen mensen manieren om zich te beschermen tegen pijn en het voelen van verdriet. We proberen het samen leefbaar te houden op de werkvloer en proberen de sociale veiligheid in stand te houden.

Een aantal veel voorkomende beschermingswijzen:

  • je sterk houden (niet zeuren; hopen dat de ander je uiteindelijk wel zal waarderen)
  • hard werken (op zoek naar externe waardering)
  • relativeren (een vergelijkingspunt kiezen waardoor je eigen gevoelens minder zwaar wegen)
  • rationaliseren (redelijk blijven en de ander kost wat kost willen begrijpen)
  • afleiden (je aandacht op iets anders richten, dingen weglachen, ander belachelijk maken, te veel drinken, extreem sporten)
  • controleren (de werkelijkheid zo beïnvloeden dat het altijd goed blijft gaan)
  • compenseren (het eigen tekort opeisen via erkenning door een ander)
  • projecteren (ongewenste gevoelens bij een ander leggen zodat je ze zelf niet hoeft te voelen of er verantwoordelijkheid voor moet nemen)
  • pleasen (ander behagen en de eigen behoeften, verlangens en belangen ondergeschikt maken)
  • vluchten (wegbewegen van het verdriet zodat je het even niet moet voelen)
  •  vechten (eigen gekwetsheid afschermen door de ander weg te duwen en ruimte voor jezelf met geweld op te eisen)

Dit zijn ook de beschermingsmechanismen die in conflicten spelen (zie boek: Leidinggeven als het moeilijk is)!

“De beschermingsmuur moet met andere woorden zo hoog worden opgebouwd om het verdriet tegen te houden dat iemand bezwijkt onder de zwaarte en druk van de door hem zelf gelegde stenen (c.q. taken, verantwoordelijkheden, verplichtingen, etc).” (p 41)

Als de dijken breken…

Conflictsituaties gaan vaak over gelijkaardige bronnen van stress (omgevingsdynamieken). Mensen gaan hier verschillende mee om.

Ieder zet zijn persoonlijke beschermingsmechanismen in om te overleven op het werk. Dit zijn de conflictstijlen, de copingmechanismen en de automatische piloot bij een gevoel van dreiging en onzekerheid.

De burn-out slaat toe als de verdedigingslinie breekt, als de beschermingsmuur het niet meer houdt en de persoon crasht.

Als je interesse hebt in de aanpak van burn-out via het veranderen van de onderliggende psychodynamieken, dan raad ik je dit boekje warm aan.

Inspiratie: Peter Suijker (2019). De psychodynamiek van burn-out. Over de relatie tussen angst en verdriet. Rotterdam: uitgeverij Pacem

Copyright 2021 ©  Silvia Prins. Alle rechten voorbehouden. Artikelen of delen hieruit mogen elders gepubliceerd worden, maar alleen op o.v.v. het copyright en de naam van de website. Dank om me hiervan op de hoogte te stellen.