Demonisering en de ruptuur van relaties

Helaas is demonisering meer dan ooit een relevant thema

Jaren geleden las ik het boek ‘The Psychology of Demonization’ om beter te begrijpen wat er gebeurt wanneer mensen, groepen of volkeren elkaar alleen nog maar kunnen zien als ‘slecht’. Het proces van ontmenselijking en demonisering. Dit proces beter begrijpen kan een sleutelelement zijn in het voorkomen van escalatie.

Het boek geeft een gesofistikeerde en psychodynamisch geïnspireerde analyse van het proces van demonisering, dat ik hier uiteraard geen recht kan doen. Het gaat zowel in op het interpersoonlijke en interculturele perspectief, als op het intrapersoonlijke proces (therapie) van demonisering.

Hier bespreek ik het interpersoonlijke proces van demonisering dat ons meer en meer parten speelt bij de toenemende stress in onze maatschappij (o.a. oorlogen, klimaatverandering, vluchtelingenstromen). Uiteraard gebeurt dit ook op kleinere schaal, zoals in organisaties.

Wat me wel erg verontrust is dat demonisering zeer snel om zich heen grijpt en iedereen besmet in tijden van acute onrust en crisis.

De ‘demonische’ visie

Op zoek naar het kwaad

De demonische visie op het leven vertrekt van een aantal aannames.

Al het lijden komt voort uit ‘het kwaad’ (bv satan; de barbaren; de vluchtelingen) en dit kwaad roept angst op. Het wordt vervolgens een doelwit voor onze woede en haat.

De veronderstelde vijand is een kwaadaardig wezen. We vervallen in ‘absolute otherness’: de ander heeft niets met mij te maken en ik ben fundamenteel anders dan de ander (‘othering’).

De mens is van nature onschuldig en puur. In deze overtuiging zit veel hoop vervat, maar of het realistisch is, is nog maar de vraag.

De wortels van het kwaad liggen verstopt. En alleen wat onzichtbaar is, is echt. De rest is oppervlakte en niet meer dan betekenisloze symptomen. Dit getuigt van een houding van verregaande argwaan naar wat mensen beweegt.

Het kwade en de demonische krachten moeten dus ontmaskerd worden. Denk maar aan het samenzweerdersdenken dat floreert.

Dit soort overtuigingen leiden natuurlijk linea recta naar dader-slachtofferdynamieken. We zien de wereld verdeeld in de ‘good guys’ en de ‘bad guys’. En dit is op zich natuurlijk polariserend.

destructief vechten

Deze manier van denken leidt tot destructieve conflicten. Een paar zeer herkenbare kenmerken.

  • Het zijn de ‘goeden’ tegen de ‘slechten’ (asymmetrie).
  • Er moet absoluut gewonnen worden en de vijand moet vernietigd worden.
  • Wraak is een recht; de gevoelens hierrond zijn belangrijker dan de consequenties (‘oog om oog, tand om tand’).
  • We zijn uit op totale controle over de vijand. Bijvoorbeeld: bekering, onderwerping, uitdrijving, eliminatie.

De stem van de rede is dus ver te zoeken…

It is an ‘either-or’ mode of thinking in which everything that exists must be categorized as light or dark, good or bad, us or them, friend or foe.

Many sidedness and complexity are viewed as signs of a weak mind. (…)

The advocates of compromise, dialogue, and conciliation become the targets of hostility and ridicule. Even the enemy deserves more respect than they do.

Alon & Omer

Het ’tragische’ denken

Een antidote voor demonisering

Deze levensvisie gaat uit van totaal andere assumpties. Het geeft een andere respons op menselijk lijden. Ik noem er een paar.

Lijden maakt een essentieel deel uit van het leven (‘constructief fatalisme’). Dat betekent dat niemand hiervoor verantwoordelijk gesteld kan worden. Er zijn dus geen schuldigen.

We hebben meestal geen controle over wat er gebeurt en moeten het lijden aanvaarden. In deze visie is er een bereidheid om aan verbetering te werken met inbegrip van de beperkingen van ‘la condition humaine’.

Slechte daden komen dikwijls voort uit positieve innerlijke kwaliteiten; een mens is niet inherent slecht.

De ander is zoals ik. In deze mindset kan je de ander zien als een mens met al zijn facetten. Er is sprake van identificatie.

Radicale oplossingen verergeren het menselijk lijden meestal.

De alomtegenwoordigheid van lijden vraagt om aanvaarding, mededogen en troost. Dit zijn emotionele kwaliteiten die de weg naar heling ondersteunen.

Antidemonisch werken of constructief vechten

Het uitgangspunt hier is dat ik mezelf zal verdedigen met alle mogelijke middelen, zonder echter terug te slaan. Denk bijvoorbeeld aan Gandhi met zijn geweldloos verzet tegen een supermacht.

Wat betekent dit?

  • Weerstaan aan het gebruik van macht en agressie.
  • Beide partijen hebben positieve én negatieve stemmen. Er is meerstemmigheid aan beide kanten.
  • In staat zijn om ‘en-en’ te denken en een meerzijdig partijdige houding aan te nemen, getuigt van menselijkheid en gesofistikeerd denken. Er zijn vele waarheden!
  • Geweldloos verzet vanuit een asymmetrie in de middelen die ter beschikking staan.
  • Niet terugslaan vanuit wraak, doorbreekt de greep van de destructieve spiraal van geweld.
  • Transparantie en openlijk nieuws over wat er gebeurt, zijn een sleutel in het tegengaan van destructieve acties. Niet alleen de acties van de vijand, maar ook van het eigen (!) kamp.

Misschien is er dus toch een alternatief voor uitzichtloze conflicten.

The non violent fighter views escalation as a mutual process and the avoidance of retaliation as a crucial step in breaking its grip. (…)

This channeling of pain into resistance contrasts with the relative unpractical character of many otherwise positive ideologies in situations of acute conflict.

The power-adverse apostles of human ideals often fail to mobilize victims to a real fight against violence, thereby being relegated to the status of prophets in the desert.

Alon & Omer

Nahi Alon & Haim Omer (2006). The Psychology of Demonization. Promoting Acceptance and Reducing Conflict. Lawrence Erlbaum Associates, London.

Met een voorwoord van de Dalai Lama.